GenBronnen

maas

Financiele aantekeningen 1660 en 1662-1665


[RHCL boek 15 blz. 1 afb.:]

 

financiele aantekeningen 1660

 

[transcriptie:]

 

nb an: 1660. 23. febr. heft Jan Notelaer

aen den predicant Wilhelmus Nobis 45 ick segg

vijffen veertig gulden Mastrichter cours om

te bewaeren geleevert synde de rest vant

armengelt twelck hij als diacon ontfangen

hadde

 

nb hiervan heefft Peter Boijman diacken

synden an: 1660. 13. martj ontfangen vijf pa-

tacons offte twintig gulden Maestr: cours

js noch in handen voor de predicant Nobis

gebleven 25 ick segg vijffen twintig gulden

 

nb noch heefft Wilhelmus Nobis ontfangen ende

met gelegenheijt ingekreegen van Hendrick

Spirts van wegen de pensioen der omme gelden

de hem gedaen zijn: een patacon ende 6. ick

segge seβ gulden weijniger 6: st[uivers].

 

nb van deese 25. g(u)l(dens) een patacon ende noch 6 g(u)l(dens)

weyniger 6. st[uivers] voornoemt heefft W. Nobis uijtgereij-

ckt ende met kenniβe van de h. scholtiβ Jan van

der Schuijren ouderling offte Peter Boijmans

diacken

 

nb aen een met brand besocht ende beschadigt 3. schell[ingen]:

van een man van Henβberg 3. schellingen

van een ander mann 1. schelling

van Girtjen bij h: cap: Berck.. 6. [schellingen]

een student 5. [schellingen]

 

nb van den schrijnwercker die de taffel voor de

[c]om(m)unie gemaeckt een ducat

noch 31. st[uivers]. noch 3. schellingen

van een Englisch man 1. s[ch]elling

van een uijt de Palts [......]lling

 

[RHCL boek 15 blz. 2 afb.:]

 

aantekeningen 1662-1665 van financiële aard

 

[transcriptie:]

 

nb van een Amsterdam(m)er synde gefangen geweest

van den Turck 1. schelling

an: 1662. 9. augusti aen de verbrante

tot Herle, tien ick segg 10. schelling

an: 1663. voor 2. consistorij boecken 10. schellinge(n)

an: 1663. 16. augusti aen Jan Negenfinger

een patacon

noch een patacon aen Nijβ Leyendecker

den oude de welcke beneffens desen noch

twee patacons vant arme gelt noch schuldig

 

den ontfanck van dese reeckeninghe beloopt de

somme van 54-14-0

en den uijtgaeft 50-12-0

soo dat den heere Nobisius te goet compt

de somme van vier gul(dens): achtien stuij(vers): Maes-

trichter cours, die geassigneert worden uijtte

diaconije betaelt te worden: acktum consis-

torio den 20 feb: 1665.

[handtekening scholtis:] vander Schuer(en) 1665.

[handtekeningen:] Nic: Hokelen Peitter Seueriss